dinsdag 24 april 2012

het kabinet is gevallen; mijn dag is goed


Soms zijn er momenten die wonderlijk lijken te ‘kloppen’. Het klopt omdat dat wat ik dacht zomaar opeens samenvalt met een beeld of een geluid dat zich uit het ogenschijnlijke niets aan mij openbaart.
Zo mijmerde ik gisteravond  in de auto, het regende en het asfalt glom donker en dreigend,  over de jongensnaam Tristan. Mocht ik ooit nog een zoon krijgen, wat op zich al een wonderbaarlijke gebeurtenis zou zijn, dan geef ik hem die naam.  Thuis deed ik de radio aan en hoorde ik de eerste, duidelijk verstaanbare zin: ‘Tristan is niet voor niets een historische naam…’  Nou ja! Was hij niet een toneelfiguur? Of is het een Bijbelse naam? Ik wil het niet weten, ik ga het niet opzoeken, want de magie van dit moment is mij dierbaar en meer feitelijkheden kunnen alleen maar afbreuk doen aan dit gevoel dat alles rond is en in evenwicht met mij en met elkaar. 
Deze ochtend, aan tafel met een boterham en een kopje koffie, lees ik in de Voetnoot van Arnon Grunberg hoe Rutte met de deuren slaat waardoor het hele Catshuis trilt. (Ik versta steeds Kotshuis, maar dit terzijde.) In gedachten zie ik hoe de trilling zich opbouwt en uitdijt en tenslotte als een tsunami het hele huis vernietigt. Nogal logisch dat het kabinet dan valt. Het zakt door zijn pootjes en alle laatjes en deuren vallen natuurlijk kapot. Hoe komt een kabinet eigenlijk aan zijn naam? En heeft een kabinet altijd pootjes? Zou een kast een metafoor kunnen zijn voor een bestuurlijk instituut? Dergelijke dingen kunnen mij nogal bezighouden terwijl ik in mijn koffie roer en de krant doorblader.  En nog geen fractie ( ook een bijzonder woord in deze context) later, om precies te zijn op bladzijde 6 van de Volkskrant, zie ik  13 prachtige kabinetten afgebeeld!

Het is een selectie van een tentoonstelling in het van Abbemuseum; zeer gedetailleerde aquarellen van Sara van der Heide. Zij tekende er elke dag één, sinds het aantreden van het kabinet.
O, wat gaat dit een mooie dag worden; een dag van geruststellende harmonie en van een vanzelfsprekend evenwicht tussen mij en de wereld om mij heen.

donderdag 12 april 2012

gedicht van lang geleden

Ja, je kunt wel zeggen dat het lang geleden begon. Eerst waren er mijn gedichtjes, deels gejat, maar altijd met een hevigheid en een theatraliteit waar ik me nu voor schaam. Rond 5 december werd de toon gelukkig wat luchtiger, maar de overige winterdagen waren toch voornamelijk aanleiding tot sombere, om niet te zeggen depressieve, bespiegelingen. Er was altijd wel een onbeantwoorde liefde of een peilloze eenzaamheid aan de orde.  Ook mijn eerste verhalen, rond mijn veertiende, getuigen van een schrijnend puberaal verlangen naar Het Echte Leven. Volgens mij zou dat leven een afspiegeling moeten zijn van de wereld van Sartre en Beauvoir; een intellectuele, artistieke Parijse subwereld, waarin veel Gauloises werd gerookt en tot diep in de nacht over het leven werd gefilosofeerd. Ach, wat was ik een benadeeld kind om in het duffe dorp Baarn op te moeten groeien. Ik schijn zelfs als lagere school kind al uitgeroepen te hebben 'ik heb een rotleven!'.
Wat ben ik dan eigenlijk nog goed terecht gekomen; geen goot, geen drank en drugs, geen eenzame dolende ziel maar eigenlijk stiekem heel erg gelukkig in een ander dorp.
En wat nog fijner is: ik kan eindelijk enigszins meewarig en met mededogen terugkijken op mijn eerste producten. Glimlachend bekijk ik mijn  gedichtjes, schetsen, verhalen, een aantal hoofdstukken van een boek, lijstjes van mooie woorden, overgetypte poëzie, boekrecensies, opstellen en mijn eigen schoolkrant-uitgeverij. Het zat er altijd al in. Net zo goed als dat de melancholie ook nooit helemaal verdwenen is.

 Een gedichtje van toen, van toen ik 15 was:

 

dinsdag 3 april 2012

stiftgedichten

http://issuu.com/irmauhlenbusch/docs/stiftgedichten_pdf

via deze link kom je op Issuu, waar je  de stiftgedichten kunt lezen die we op de cursus creatief schrijven van het Centrum voor de Kunsten in Eindhoven hebben gemaakt. Dat viel nog niet mee! (het lezen valt ook niet mee; vergroot het maar flink!)


Normaal gesproken heb je een leeg vel papier voor je, waaraan je zelf woorden toevoegt.
Nu heb je een krant voor je neus waarin je op zoek gaat naar woorden die tezamen een gedicht moeten gaan vormen. 
De inhoud van het artikel leidt af, maar zelfs uit een recept is nog een prachtig stukje poëzie te halen. 


Men neme één krant, één dunne zwarte stift en één dikke zwarte stift. 


Hoe doe je het?
1. teken met een dunne zwarte stift een vakje om het woord, of de woorden, die je aanspreken.
2. beperk je zoekgebied tot hooguit drie kolommen.
3. zoek woorden die samen een bepaald thema vormen.
4. om er een gedicht van te maken heb je verbindende woorden nodig, soms zijn dat letters die samen dat woord gaan vormen. Maar letters vallen vaak weg in het totaalbeeld, dus probeer zo min mogelijk om op deze manier woorden te vormen.
5. kijk of de leesrichting nog steeds klopt.
6. pas als je heel zeker weet dat  alle woorden die je nodig hebt,  omkaderd zijn, dan kun je met een dikke zwarte stift de rest wegstrepen. Laat daarbij een stukje wit over tussen de kolommen!


Zoals je ziet bij de gedichten die we tijdens de les hebben gemaakt, is het belangrijk om netjes te werken. Een zwarte streep over die ene 'e' is echt jammer!

maandag 2 april 2012

Ga je mee?

Dit is dan de advertentie waarop ik zo heb zitten zwoegen. Misschien wordt het tijd voor een cursus  Moderne media?
In Frankrijk zullen we gelukkig meer ambachtelijk schrijven, knippen en plakken. Heerlijk om me er alvast op te verheugen. Mijn hoofd gloeit van de ideeën! Nu maar hopen dat (minimaal) 6 mensen zich inschrijven. De eerste twee staan genoteerd, dat is een hoopvol begin.